Als je aan Toscane denkt, dan denk je aan steden op heuveltoppen, wijngaarden zover het oog reikt en wijnhuizen waar je de meest overheerlijke wijnen kan proeven. Als je dan opnieuw thuis in Nederland bent en een slok neemt van de wijn die je hebt gekocht in Toscane, dan maak je ongetwijfeld een tweede reis. Alleen al het idee laat bij de meeste wijnliefhebbers het water in de mond lopen.
Wijnen in Toscane
Als we het hebben over wijn in Toscane dan denk je aan Chianti, een wijn die zich in de afgelopen 30 jaar wist te ontwikkelen van matig tot verfijnd. Maar vergeet niet de andere talloze wijnen zoals Brunello di Montalcino, Vino nobile de Montepulciano en Carmignano die ook een wereldwijde reputatie hebben opgebouwd. Zoals met veel dingen in Italië is de wijnbouw begonnen in het zuiden, maar nu overgenomen door het noorden.
Bekende wijnen
Al sinds de 13e eeuw worden er wijnen gemaakt in Chianti. Een Chianti smaakt naar kersen en pruimen. Chianti’s waren voor een lange tijd simpele, kwalitatief matige wijnen en stonden vooral bekend om de decoratieve mandflessen waarin de wijn werd gebotteld. Pas in de jaren 70 werden de wijngaarden gemoderniseerd en de productie verlaagd. Tegenwoordig worden Chianti’s in meerde gebieden verbouwd en is de wijn kwalitatief veel beter dan voorheen.
Carmignano wordt geproduceerd in de Toscane. De Carmignano behoort tot de beste van de Italiaanse rode wijnen. Hij wordt al genoemd sinds de 14e eeuw. Hij wordt overigens alleen geproduceerd in jaren met een kwalitatief goede druivenoogst. De wijn word gemaakt van verscheidene druivenrassen. Minimaal 50% sangiovese, 10 tot 20% cabernet-franc en cabernet-sauvignon en tot 20% canaiolo nero. Net als bij Chianti mogen er ook nog tot 10% witte druiven bij.